Een vraag die in conversaties dikwijls gesteld wordt is: ‘En waar ga je overnachten?’ Overnachten
en eten twee basis behoefte waar je nu eenmaal niet onderuit kan. Mijn standaard
antwoord hierop is: ‘Dit zal iedere dag
een ander verhaal zijn, afhankelijk van wat er in de aanbieding staat’. In tegenstelling
tot de weg naar Compostella , of het gedeelte op Spaanse bodem dan toch, bestaat er
geen uitgebouwd netwerk van onderkomens op dagmars afstand.
Langs de via
Francigena is er wel een aanzet van een aantal overnachting plaatsen die beschreven
staan. Voor het traject Passo del Cisa – Piacenza ga ik daar dan ook dankbaar
gebruik van maken. Tussen Rome en Chiusi della Verna zijn abdijen en kluizenarijen
(eremo) geen zeldzaamheid. Hier wil ik aankloppen voor het bekomen van een slaapplaats. Het
verlenen hiervan is een traditie die ingeschreven staat in de regel van menige
orde. Adressen van slaapplaatsen tussen Rome en La Verna staan vermeld in het boek van Kees Roodenburg: Een franciscaanse voetreis. Hierin staat ook vermeld waar je eten kan kopen of waar er zich eetgelegenheden bevinden.
Bij het uitzetten van mijn route heb ik rekening gehouden met de plaatsen waar er jeugdherbergen zijn. Deze zijn wel niet dik gezaaid maar hebben goede voorzieningen aan een redelijke prijs en laten je toe contact te leggen met kompanen die ook op weg zijn. Op de GEA route en in het Alpen gebied zijn her en der refuges en bivaks te vinden. De details vind je op de CAI site voor Italië en op de Zwitserse site Wanderland.
Bij het uitzetten van mijn route heb ik rekening gehouden met de plaatsen waar er jeugdherbergen zijn. Deze zijn wel niet dik gezaaid maar hebben goede voorzieningen aan een redelijke prijs en laten je toe contact te leggen met kompanen die ook op weg zijn. Op de GEA route en in het Alpen gebied zijn her en der refuges en bivaks te vinden. De details vind je op de CAI site voor Italië en op de Zwitserse site Wanderland.
In Duitsland op de E1 route die door het zwarte woud (Westweg) gaat heb je op regelmatige
afstanden Wanderheime van de Schwarzwaldverein waar je onderdak en een maaltijd kan krijgen.
In Wallonië
is de lijst: Gilberts list erg handig. Deze jaarlijks bijgewerkte lijst geeft
onderkomens aan een lage prijs met vermelding van de GR route die er langs
loopt.
Probleem bij het vast leggen van de slaapplaatsen is dat ze
moeten overeenstemmen met de eindpunten van de dag etappes. De
lengte van een dag etappe hangt af van de werkelijke afstand, stijg en daal
meters en ook van de te leveren inspanning van de dag(en) voordien of daarop
volgend. Een en ander kan je maar ter plaatse inschatten, zodat je bereid moet
zijn je plan onderweg bij te sturen.
Ik neem een één persoonstentje mee, zodat ik me geen zorgen moet
maken als er niets in de buurt te vinden is wanneer de dag etappe erop zit. Dit
betekent wel een extra 3,5 kg in mijn rugzak voor tentje, slaapzak en matje. Alternatief
voor het tentje is het aankloppen bij een lokale boer voor een plaatsje in het
hooi, een systeem dat bij een vorige fietsreis naar Baskenland goed bleek te
werken. Het tentje moet ook helpen de kosten te drukken, want zeker in Italië
en Zwitserland, voor de stukken die ik alleen loop betaal je al vlug tussen 50
en 60 Euro voor een bed met ontbijt.
Referenties:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten