Een pelgrim zal ik wel geweest zijn. In zijn oorspronkelijke betekenis dan: Iemand van voorbij het veld. Een boetedoening was het zeker niet, een voorrecht dit te kunnen doen dat wel, en toe gegeven een portie credit-card toerist zat er zeker bij..
Terug kijkend op de tocht was er geen dag teveel aan. De
morgen wist nooit wat de dag brengen zou. Er was de rugzak die vol zat met
zaken om het comfortabel te hebben als dat niet vanzelfsprekend was. Kleren en
slaapgerief om je warm te houden als het koud werd, een tentje als het nacht
wordt en er geen slaapplaats te vinden was, genoeg eten om een dag verder te
kunnen … . Daardoor moest ik nooit ergens zijn voor het donker werd. Het enige
wat toch nog zorgen baarde was een schuilplaats voor de regen. Een eerste nacht
in het tentje ging nog wel maar als er geen schuilplaats was om droog in
te pakken kan dat problemen geven voor
de volgende dag. Het gevoel van onafhankelijkheid gaf een gerust gevoel
onderweg, al een boel zaken waar je je niet ongerust over moet maken: We zien wel was de ondertoon. Daarbij
krijgt wat aanvankelijk een onherbergzame omgeving lijkt een soort vertrouwd karakter: het bos mijn huis!
Ook belangrijk voor deze tocht was vooral hetgeen ik niet (bij)had.
STOP aan de informatie stromen, en daarmee meer plaats voor wat er rond je te
zien is! De GSM was hierop de grote uitzondering, dagelijks had ik contact met
de thuisbasis. Dit voor wat je niet achterlaten wil en hier kon ik mijn verhaal doen of hulp vragen als ik echt
iets nodig had. Maar voor de rest geen muziek, geen boek, geen krant, geen TV
en maar heel af en toe internet. Dat laatste had zo zijn voordelen, maar was
toch ook het enige wat af en toe gemist werd. Het valt op hoeveel informatie
langs dat kanaal zijn weg vind. De kranen dicht draaien bovenop het feit dat
je nauwelijks iemand tegenkomt laat je toe onbevangen in te gaan op al wat je
pad kruist. Het brengt je telkens weer in euforie voor het onverwachte dat je dag
op dag weer tegenkomt. En dit is denk ik het meest essentiële goede gevoel dat
ik aan de tocht overhoud.
Maar niets is helemaal waar natuurlijk. Naast het alleen
ronddollen op de Italiaanse kronkelpaden of de overnachtingen bij de
everzwijntjes waren er ook de vrienden en verwanten die af en toe kwamen
meestappen, de ontmoetingen met de mensen op het Via Francigena pad, de
gesprekjes met de mensen die onderdak gaven of die me toespraken langs de kant van de weg. Zonder dit was het niet
geweest wat het geweest is, een mens heeft mensen om zich heen nodig, en een
gedeelde ervaring is zoveel meer.
Een aantal, maar dan eerder praktische zaken, liepen niet
zoals voorzien. Het e-Reader verhaal als opslagmiddel voor de kaarten was niet
bepaald een succes. Ik niet en ook het toestel was er klaar voor. Laat ons
stellen dat het om een aantal technische reden aan het toestel lag. Dit had
voor gevolg dat ik terug moest grijpen naar de versie op papier want naast de
GPS heb je toch altijd nog een kaart nodig als je niet met een beschreven route
loopt of als je een andere weg neemt dan welke je gepland hebt.
Wat ook af en toe voor verrassingen zorgde was het vinden
van een slaapplaats. Ik had wel de tent maar ik moet bekennen dat ik toch af en
toe stevig naar een bed verlangde, dus toch niet altijd zo ascetisch als
hierboven beweerd. Probleem met het op voorhand vastleggen van slaapplaatsen is
dat je er ook aan vast hangt en het werken met een flexibel etappe schema heeft
zo zijn voordelen. Er is een groot verschil in het vinden van slaapplaatsen met de
toestand op de Compostella weg waar op regelmatige afstanden een overnachting mogelijkheid is die niet op voorhand geboekt wordt. Dit ligt ook anders voor de fietser
die altijd nog wel een 20 tal km verder kan rijden om iets geschikt te
vinden. Vooral in Zwitserland kwam mijn
dag budget zwaar onder druk. Een gestructureerde adressen lijst, of het op
voorhand contacteren van een aantal adressen had wel handig geweest. Gelukkig
had ik mijn base-camper's die het altijd wel voor een oplossing zorgde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten